IK STEUN CHARLOTTE FINANCIEEL
IK VERGEZEL CHARLOTTE NAAR HET CNPK
Als je in België wordt opgenomen in het ziekenhuis, dan zorgt het ziekenhuis voor jou, niet alleen op medisch vlak maar ook voor eten, poetsen van de kamer, toedienen van medicamenten, wonden verzorgen, enz. Niet zo in Afrika. In alle ziekenhuizen is een patiënt vergezeld van een garde-malade. Dat is meestal een familielid, soms een vriend, die gedurende de hele periode bij de zieke blijft en voor hem of haar zorgt: eten klaar maken, de was doen, medicamenten geven volgens schema, enz. Het is een zware inspanning want er zijn eigenlijk geen voorzieningen voor de gardes-malades. Ze slapen buiten of op de grond naast de patiënt, soms zelfs in het bed van de patiënt. Ze koken in een openbare ruimte en ze moeten op één of andere manier aan geld geraken om eten te kopen en of andere zaken die de patiënt nodig heeft.
Charlotte (foto), Mwajouma en Thacienne zijn drie mama’s. Ze zijn hier alle drie met hun zoon die opgenomen is, de ene 1 maand, de tweede 2 maanden, de derde 4 maanden. Ze wonen zo ver dat ze niet even naar huis kunnen. En vooral voor Thacienne is dat zwaar want haar zoon verblijft hier al 4 maanden. “Ik mis mijn familie”, zegt ze stilletjes. De andere vinden het vooral moeilijk om geld bijeen te schrapen om dat eten te kopen. “Ik verkoop kleine spulletjes”, zegt Charlotte, “en met die winst koop ik dan wat eten.” Wat die spulletjes zijn, kan of wil ze niet uitleggen. Ze kijken elkaar even aan en lachen dan. Ze lachen veel ondanks de ellende, want alle drie zijn ze blij dat hun zoon opgenomen is in het CNPK waar hij tenminste behandeld wordt en medicamenten krijgt. Ze hopen dat hij beter wordt. Zelfs al blijven ze daardoor lang van huis en slapen ze op de grond naast hun zoon.
Een beetje op afstand staat een jongeman, Eddy, 16 jaar of zo. Of hij hier is voor zijn broer? “Nee, voor een vriend van mijn broer.” Maar waarom doe je zoiets? Hij haalt de schouders op. “Par amour, uit liefde.”